We hebben vaker links gemaakt naar sites over Turlough O'Carolan, maar die verdwenen regelmatig. Daarom hebben we deze pagina gemaakt uit een (Engelstalig) artikel, geschreven door Lesley Nelson.

Wij bedanken de auteur, die ons vriendelijk toestemming gaf om deze samenvatting hier te publiceren.

Turlough O'Carolan

urlough O'Carolan (in het Gaelic (Keltisch): Toirdhealbhach Ó Cearbhalláin) werd geboren in 1670 bij Nobber, in de County ('provincie') Meath in Ierland. Zijn vader John, verhuisde met zijn gezin naar Ballyfarnon toen Turlough 14 jaar oud was, om te gaan werken voor de familie MacDermott Roe. Mevrouw MacDermott raakte bevriend met de jongen en gaf hem een opleiding. Toen hij 18 was, werd O'Carolan blind door pokken.

Mevrouw MacDermott Roe gaf hem een harp, een paard en wat geld om als rondtrekkend harpist zijn brood te kunnen verdienen. Dit was niet zo vreemd als het nu lijkt; voor blinde mensen was er praktisch geen ander beroep weggelegd dan muzikant.
De volgende 45 jaar reisde Turlough O'Carolan door heel Ierland.

Zijn eerste werkgever, George Reynolds in de County Leitrim raadde O'Carolan aan, te gaan componeren. Hierdoor gestimuleerd schreef O'Carolan Sheebeg and Sheemore. Hierna schreef hij vele stukken voor zijn werkgevers, meestal tijdens zijn reizen. Turlough O'Carolan stond er niet bekend om, dat hij zo'n goede muzikant was. Zijn gave lag in het componeren van muziek en tekst. Hij schreef altijd eerst de muziek en daarna de woorden. Dit was het tegenovergestelde van de gevestigde Ierse traditie.

O'Carolan's muziek reflecteert zijn persoonlijkheid. Hij was vrolijk en hield van gezelschap, was dol op rare verhalen, mocht graag iemand een poets bakken en hij was ook een goede backgammon-speler. Zoals veel harpisten dronk hij veel en was hij opvliegend.

O'Carolan trouwde met Mary Maguire. Over hun kinderen is niet veel bewaard gebleven. Ze hadden zes dochters en een zoon. Zijn dochter Siobhan trouwde met ene Captain Sudley en zijn zoon publiceerde een verzameling van zijn composities in 1747.

O'Carolan werd ziek in 1738 en keerde terug naar het huis van de familie MacDermott Roe. Zijn laatste stuk componeerde hij voor de butler, Flinn, die hem zijn laatste drankje bracht.
O'Carolans begrafenis werd drukbezocht en de wake duurde 4 dagen. (Bij een wake in de Ierse traditie moeten wij ons vooral een samenzijn (lees: een drinkgelag) voorstellen van vrienden en bekenden)

Turlough O'Carolan's melodiën bleven bewaard als éénstemmige stukken, zonder enige aanwijzing over hoe hij ze begeleidde en of hij er een tweede stem aan toevoegde. In de Nationale Bibliotheek van Ierland bevindt zich het enige exemplaar van O'Carolans werk.